Binnen het complex Hoop, Liefde, Fortuin zijn twee kijktuinen, met een oppervlak van 1100 m2 (de grote tuin) en 700 m2 (de kleine tuin). Eromheen liggen privétuinen van koopwoningen (noordzijde) en huurwoningen (overige zijden).
De koepel-VvE De Stille Balk is verantwoordelijk voor het beheer. De kosten (rond 6-duizend euro per jaar) worden gedeeld door de eigenaars van die VvE: Ymere en VvE De Lange Balk, de VvE is uitvoerend beheerder.
Vanwege veiligheid en rust zijn de tuinen niet vrij toegankelijk.
De kleine tuin was tot 2005 alleen toegankelijk via een bergingenblok en een huurderstuin. Toen is de deur in de entreehal gemaakt. Bij de toegang naar de grote tuin (bij DV 22) is een opslagruimte.
De tuinen zijn uitzonderlijk omdat ze, hoe jeugdig ook, al twee keer getransformeerd zijn. Daarom eerst een terugblik.
Het huidige ontwerp volgt daarna.
NB: Vaak komt het woord tuin voor, meestal doelt dat op de beide tuinen
Zie ook de foto-pagina’s en de oproep voor vrijwilligers.
Terug naar de wortels
Poging 1 2002 – 2003
Voorjaar 2002 worden in opdracht van het Woningbedrijf Amsterdam twee tuinen aangelegd. Binnen korte tijd staan ze vol met onkruid. Ook valt op dat de coniferen niet groeien maar doodgaan. Na klachten van bewoners wordt een tuincommissie opgericht om een beter plan te maken.
Poging 2 2004 – 2006
De commissie vraagt offertes aan en legt zijn keuze voor aan de ALV in december 2003. De meerderheid gaat akkoord en het bestuur geeft dan de opdracht voor uitvoering en onderhoud aan hoveniersbedrijf Huub van der Hoven.
De tuinen worden ingedeeld in stroken met steenslag of grind van verschillende kleur. Enkele stroken werden beplant met een wintergroene haag en vaste planten. Ook werden een aantal berken geplaatst. Het wordt een stenige tuin met weinig beplanting. Beperking van het onderhoud is bepalend geweest voor deze keuze. Om die reden werd de hele tuin afgedekt met worteldoek (met uitzondering van de plantvakken). Omdat worteldoek niet afdoende is tegen groen/groei zijn waarschijnlijk herbiciden gebruikt.
Snel na de aanleg -in februari/maart 2004- valt op dat verschillende planten niet aanslaan en binnen een aantal maanden is een groot deel van de voornamelijk heggeplanten dood.
Eind 2004 rapporteert de hovenier over de drainage, op grond van bevindingen tijdens de aanleg en een onderzoek.
- Het hemelwater loopt heel slecht (of: niet) weg;
- De wortels van de planten krijgen geen zuurstof. Normaal slaat 1-2 procent van de aanplant niet aan, maar in deze tuin driekwart niet;
- Er zijn geen (bouw-)tekeningen van de drainage;
- Tijdens de aanleg is op 40-50 centimeter diepte een storende laag puin aangetroffen, waar moeilijk doorheen is te komen.
- Er moet een nieuwe drainage worden aangelegd.
Ook ontvangt de VvE een offerte van de hovenier voor het aanpassen van de drainage.
REDEMA (destijds onze technisch beheerder) geeft het probleem door aan Woningbedrijf Amsterdam (WBA) met het verzoek om informatie over het drainage systeem.
Hierna gebeurt er een hele tijd niets.
De vereniging begint een juridische procedure tegen het Bouwfonds en WBA wegens scheuren in de garage, de gevelplaten en de ongeschikte grond. Ingenieursbureau Fugro krijgt opdracht voor een bodemonderzoek. Er zijn boringen tot drie meter diep gedaan op vijf plaatsen in beide tuinen. Men constateert (mei 2005) een ondoordringbare laag op ± 40/50 cm diepte en de aanwezigheid van puin.
Op verzoek van de tuincommissie doet hoveniersbedrijf Oud-Diemen een schouw in mei 2006.
Conclusies:
-
- Er ligt eerst 25 cm teelaarde en daarna stuit men op een laag zeer verdicht materiaal, waar slechts met grote moeite een spade ingaat; deze grond is zeer zanderig, donker gekleurd en geeft een onaangename geur af; materiaal bevat bouwafval en bouwpuin van ± 5 cm doorsnee;
- De uitvoerende hovenier heeft de grond niet op drainage onderzocht voor aanleg van de tuin; door de verdichte ondergrond werkt de drainage waarschijnlijk niet; De uitvoerende hovenier valt te verwijten dat er geen deugdelijk grondonderzoek is geweest
- Voor de scheiding van de grindvlakken is goedkoop materiaal gebruikt, zodat veel van die dunne houten stroken los liggen of gescheurd zijn. Gewoonlijk worden hiervoor metalen afscheidingen gebruikt of dikke houten stroken;
- De tuin maakt twee jaar na aanleg een armoedige indruk.
Het huidige ontwerp
Aanloop 2007
Inmiddels had bewoner Maarten de Boer de hulp ingeroepen van Peter Kollee die werkzaam is geweest voor de gemeente Amsterdam als beleidsmedewerker bij beplantingen. Hij maakte voor de kleine en de grote tuin een ‘streefbeeld’ voor de eerste fase, een richting waarin de tuin zich moet ontwikkelen. Transformatie binnentuinen (pdf, 11 pagina’s, met schetsen)
Uitgangspunt was dat niet meer de gekleurde steen maar een combinatie van bomen, struiken en planten het karakter van de tuin zou gaan bepalen. Groepjes bomen en struiken moesten daaraan vorm geven.
Het advies werd in de tweede helft van 2007 overgenomen door de VvE waarna de werkzaamheden onder supervisie van Peter Kollee konden beginnen. In het najaar is een eerste aanplant gedaan van sterke, inheemse heesters als els en katwilg op de natte plekken, vogelkers, kardinaalsmuts en rimpelroos op de droge, zandige delen. In totaal worden circa 150 bomen en struiken aangeplant. De deels bestaande plantvakken werden gevuld met óf cultuur óf inheemse planten.
In de winter 2007 / 2008 is de afwatering verbeterd door de combinatie van greppels en nieuwe drainage. De aarde uit de greppels werd verwerkt in terpen. Op de terp in de kleine tuin is een iep geplant. Op de drie terpen in de grote tuin Italiaanse populieren. Met een groep vrijwilligers is een deel van het worteldoek weggehaald voor de aanleg van nieuwe plantvakken. Ook de hardhouten latten die de stroken van elkaar scheidden zijn goeddeels verwijderd. Narcissen en krokussen ter verwildering zijn geplant op de terpen.
In de loop van 2008 werd duidelijk dat het probleem van de wateroverlast effectief was opgelost. De tuin is aanzienlijk groener geworden, maar er trad ook veel meer vergrassing op dan aanvankelijk verwacht. Met name in het middengebied van de grote tuin, waar het worteldoek nog niet was verwijderd, vormen grassen een dichte zode. Er is een sterke uitzaaiing van ruigtesoorten als akkerdistel, bijvoet, harig wilgenroosje, zuring, smeerwortel, koolzaad, klein hoefblad en heermoes.
Gewaardeerd wordt de uitzaai van soorten als kogeldistel, verbena, valeriaan, slangenkruid en akkerkool. Een variatie aan andere soorten komt in kleine hoeveelheden voor. Het totale beplantingsbeeld is echter vrij ruig, zeker gezien vanaf de hogere etages omdat dan de fijnere kleurnuances en verspreide bloemkleuren niet opvallen.
De tuin krijgt vorm 2009 – 2011
Hoewel de vrijwilligers met veel inzet hebben gewerkt en enthousiast werden ondersteund door de leden van de tuincommissie Maarten de Boer en Wim van der Vliet, bleek het toch moeilijk een vaste kern te vormen. Het werk moest veelal in de avonduren of gedurende de weekends gebeuren en naast een baan overdag is dat niet altijd eenvoudig.
Peter slaagde er daarna in (vanaf voorjaar 2009) een kleine kerngroep van drie vrijwilligers bij elkaar te brengen die het werk gaan voortzetten. Naast Peter zijn dat Els Knipscheer en Bram Elsenaar; geen van allen zijn bewoners van het complex. Er werd tenminste één dag in de week (op maandag) gewerkt waardoor de continuïteit belangrijk verbeterde. De VvE stelde daar een vrijwilligersvergoeding tegenover, naast een jaarlijks budget voor de aanschaf van planten en zaden..
Het streefbeeld van de tuinen werd bijgesteld naar aanleiding van de wensen van de bewoners en door een nieuwe inbreng van de vrijwilligers. Uitgangspunt daarbij was de kruiden meer ruimte te geven. In de loop van 2009 werd een patroon van paden gemaakt met het vrijgekomen grind. Deze paden scheiden de verschillende beplantingsvakken en maken de tuin ook voor onderhoud goed toegankelijk. In de kleine tuin loopt het hoofdpad langs het hekwerk van de privétuintjes. De kleinere paden die door het terrein lopen sluiten hierop aan. In de grote tuin is gekozen voor een meanderend hoofdpad als begrenzing van de beplantingsstrook langs het hekwerk van de privétuintjes. De vakken met duidelijke bloeiaccenten van cultuurplanten bevinden zich aan de randen in het zicht van de bewoners op de begane grond. In het middendeel, de terpen uitgezonderd, domineren de inheemse kruiden en grassen.
De variatie werd versterkt door planten uit de heemtuin ‘Heimanshof’ in Hoofddorp, gekweekt door Els Knipscheer. Het principe was dat alle kale plekken die ontstaan door het verwijderen van grassen, worteldoek of woekerplanten meteen worden ingenomen door andere planten.
Als gevolg van de onrijpe bodem en wellicht restanten herbiciden ontkiemt veel zaad slecht en blijven nog veel ruige kruiden en gras overheersen. Daarom ook wordt gepoogd de bodem geleidelijk te verbeteren door het groenafval op de tuin zelf te composteren.
Er wordt minimaal gebruik gemaakt van leidingwater en er wordt vooral handmatig gewerkt.
In 2010 werd verwachtingsvol uitgekeken naar de lente. Hoeveel van de jonge aanplant zou de winter overleven? Welke zaden zouden gaan kiemen? Het vraagt een geoefend oog om die tere plantjes tussen gras en andere planten te herkennen, maar iedere gevonden soort is een aanmoediging. Daarna moeten de jonge planten worden beschermd tegen vergrassing en andere woekeraars. Ook werd het proces van geleidelijke transformatie doorgezet door het weghalen van grind en worteldoek. Ondertussen moesten de randen en paden goed worden onderhouden om het verbeterde imago van de tuin niet verloren te laten gaan. De bewoners konden al die kleinschalige overwinningen vanaf een afstand niet waarnemen. Maar de tuin is groen met kleurige accenten. Geleidelijk komen er meer positieve reacties. Het resultaat was voor de drie vrijwilligers voldoende om overtuigd te zijn dat de gekozen werkmethode succes heeft.
Verder uitbouwen 2011 – 2017
In de daaropvolgende jaren werd met de drie vrijwilligers verder gewerkt aan het vorm geven van de tuin (Els, Peter en Bram; in 2015 en 2016 werkte William Frohn mee).
De laatste restanten worteldoek werden verwijderd. Er werden meer paden aangelegd voor de structuur in de tuin en om het onderhoud te vergemakkelijken. Besloten werd uit praktische overwegingen alle paden in de grote tuin te laten vergrassen zodat het maaien eenvoudig met een handmaaimachine kan. In de ’kleine tuin’ is dat ook gedaan met alle binnenpaden terwijl het rondlopende pad aan de buitenzijde van extra grind werd voorzien dat vrijkwam uit de ’grote tuin’. In de N.O.-hoek van de grote tuin werd een kruidentuin aangelegd (nog niet succesvol). In de grote tuin werd ook een vijver aangelegd waarin padden zijn uitgezet. Groot was dan ook de verbazing dat de vijver ook een groepje rugstreeppadden had aangetrokken die zich, geholpen door het aanwezige water, luidruchtig besloten voort te planten. Het vermoeden is dat deze groep al die tijd in de binnentuin heeft gezeten. De geluidsoverlast was echter van dien aard dat de kleine kolonie is overgeplaatst naar de Diemerzeedijk waar ze soortgenoten kunnen ontmoeten.
Langzaamaan ontstaan er in de tuin grote aaneengesloten plantstukken begroeid met bij voorbeeld klein hoefblad, muur, vergeet-mij-niet, donkere ooievaarsbek, zenegroen, kattenkruid, heksenkruid, kleine en grote maagdenpalm, herfstasters, anemonen. Er is veel grote en kleine kaardebol (waarop puttertjes gesignaleerd zijn), teunisbloemen, speerdistels, kogeldistels en nog veel meer.
De bomen en struiken groeien goed op en worden waar nodig gesnoeid. Vergrassing is nog altijd een probleem en er zijn een aantal vervelende woekeraars. In de grote tuin op bepaalde plekken erg veel heermoes, in de kleine tuin berenklauw. Kleefkruid en winde is ook een lastige verstoorder. De rozen bloeien evenals de seringen en de kardinaalsmuts.
We proberen zo veel mogelijk cyclisch te werken. Het tuinafval wordt gecomposteerd, gras wordt verzameld op kleine ‘hooibergjes’ en verder verwerkt als het ingeklonken is, takken worden opgeknipt en gebruikt voor snipperpaden. Alleen klimop en rozentakken met doornen worden afgevoerd.
Terug naar de wortels is gebaseerd op een notitie van bestuurslid Ad van Emmerik (september 2006).
Het huidige ontwerp is geschreven door de huidige tuincommissie, op basis van een prijsvraag-inzending uit 2010.
Eindredactie: Stefan Langeveld